Een blog schrijven. Iemand vertelde mij dat je je shit weg
moet/kan tikken. Ik ga het proberen.
En daar zit ik dan. Niet wetende waar of hoe ik zou moeten beginnen.
En daar zit ik dan. Niet wetende waar of hoe ik zou moeten beginnen.
Het begin is er.
Ik ga terug naar dinsdag 1 april 2008. Kikker in je bil en
veter los. Zo’n dag. De dag dat ik zelf ook nog wel eens een grapje maak. Geen theezakje
onder de douchekop voordat paps gaat douchen, nee. Kleine grapjes bij bekenden.
Stelt eigenlijk niks voor. Niet wetende dat die dag voor altijd het leven van
onze familie, en alles en iedereen om ons heen, zou veranderen.
‘Ah fuck, mijn ouders hebben ruzie’. Dat ging door mijn
hoofd toen ik een verdieping lager een licht geschreeuw met wat zwaarder gehuil
hoorde. Als enige thuiswonende zoon heb je een beetje de plicht om hier af en
toe tussen te staan. Natuurlijk niet elke seconde, want ja, zij zijn
uiteindelijk degene die dit op moeten lossen. Na 5 minuten begon ik aan mijn
reis naar beneden. Schuifdeur open, trap af.
BAM. 2 huilende ouders. Dat is niet wat ik had verwacht.
Hadden ze wel ruzie gehad?
Dan het moment waarop de vraag uit mijn keel komt; ‘wat is er in godsnaam aan de hand’.
Direct en zonder twijfel, alsof Ajax met 0-2 had verloren van MVV, kwamen de woorden uit mijn vader zijn mond. Díe woorden. Die woorden die voor altijd ons leven zouden gaan veranderen.
‘Sander heeft Kanker.’ KANKER. K. A. N. K. E. R. Kanker? Maar.. van kanker ga je dood? Fuck. Hij gaat dood. Dat is het eerste wat in je op komt. Je denkt niet aan chemo. Je denkt niet aan eventuele bestralingen. Geen moment in die eerste 10 seconden dat je daar aan denkt. Het zweet breekt je uit. Het is alsof je hoofd vol loopt met brandend zuur. Je weet niet waar je het zoeken moet.
‘Maar.. het is goed te behandelen.’ O ja, behandeling. Natuurlijk.
Vanaf die dag maakten wij kennis met Thomas Hodgkin. Oftewel lymfklierkanker. Toen nog niet wetende dat meneer Hodgkin ons niet alleen 5 jaar en 3 maanden bezig en bang zou houden.. Nee.. De rest van ons leven.
Dan het moment waarop de vraag uit mijn keel komt; ‘wat is er in godsnaam aan de hand’.
Direct en zonder twijfel, alsof Ajax met 0-2 had verloren van MVV, kwamen de woorden uit mijn vader zijn mond. Díe woorden. Die woorden die voor altijd ons leven zouden gaan veranderen.
‘Sander heeft Kanker.’ KANKER. K. A. N. K. E. R. Kanker? Maar.. van kanker ga je dood? Fuck. Hij gaat dood. Dat is het eerste wat in je op komt. Je denkt niet aan chemo. Je denkt niet aan eventuele bestralingen. Geen moment in die eerste 10 seconden dat je daar aan denkt. Het zweet breekt je uit. Het is alsof je hoofd vol loopt met brandend zuur. Je weet niet waar je het zoeken moet.
‘Maar.. het is goed te behandelen.’ O ja, behandeling. Natuurlijk.
Vanaf die dag maakten wij kennis met Thomas Hodgkin. Oftewel lymfklierkanker. Toen nog niet wetende dat meneer Hodgkin ons niet alleen 5 jaar en 3 maanden bezig en bang zou houden.. Nee.. De rest van ons leven.
Het was één van de slechtste 1 april grappen die ik ooit heb
gehoord. Helaas was het geen grap..
Verder weet ik weinig meer van die dag, alleen de tranen en
het verdriet. Kanker is kanker. Ik kende die tijd meer mensen die overleden
waren aan kanker, dan mensen die kanker overleefd hebben. Kanker maakt je bang.
Kanker maakt je verdrietig. Kutkanker.
1 April 2008. Ik ga je niet vergeten, klootzak.
Kippenvel...
BeantwoordenVerwijderen